Het maandelijkse Woord van leven is een zin uit de bijbel met een uitleg die wil helpen om de woorden in concreet leven om te zetten. De tekst wordt in 90 talen door de Focolarebeweging uitgegeven en bereikt wereldwijd miljoenen mensen. Op deze site vindt u een speciale versie van het Woord van leven voor tieners.

Chiara Lubich schreef in 1975 over het gezamenlijk leven van de woorden uit de Bijbel: 

“Ik had een groot verlangen naar de waarheid. Daarom studeerde ik filosofie. Net als veel andere jongeren zocht ik de waarheid en meende die te vinden in de studie. Maar plots kwam er die gedachte in mij op: waarom ben je zo op zoek naar de waarheid als deze vlees en bloed geworden is in Christus, de God-mens? Ik sprak er meteen met mijn vriendinnen over. Als de waarheid ons boeit, laten we dan alles achterlaten, Hem zoeken en Hem volgen.

We hebben het evangelie ter hand genomen en zijn het woord voor woord gaan lezen Het was voor ons totaal nieuw. Uit elke passage sprak wijsheid. Elk woord van Jezus was een straal van helder licht: helemaal goddelijk. Het was voor mij het antwoord op mijn zoektocht naar de waarheid.

Het evangelie kon met geen enkel ander boek vergeleken worden, want hier sprak God zelf. Wat de mensen zeggen, komt van de aarde. Wat Jezus zegt, komt van boven.  Zijn woorden zijn uniek en eeuwig.

Zijn woorden waren fascinerend voor ons. Het waren woorden om in leven te vertalen. Woorden voor overal op aarde en voor alle tijden. Jezus is immers verrezen en leeft. Daarom zijn zijn woorden – hoewel uitgesproken in het verleden – niet louter herinnering. Het zijn woorden die Hij ook vandaag tot ons richt en tot iedere mens van iedere tijd.

In vergelijking met het evangelie leek alles wat niet door God geïnspireerd was, verwaterd, ook al ging het over spirituele onderwerpen. Ook de theorieën van grote denkers leken er volkomen bij in het niet te vallen, ook al bevatten ze soms stukjes waarheid.

Van de verschillende manieren waarmee men in contact kan komen met het woord van God, bijvoorbeeld via de liturgie of meditatie, waren er twee kenmerkend voor ons begin: het luisteren naar Gods woord in ons – wat we noemden luisteren naar ‘die stem’ in ons – en het telkens voor een bepaalde periode in praktijk brengen van een woord uit het evangelie.

We herhaalden vaak de woorden van Augustinus ‘In interiore hominis habitat veritas’ (in het binnenste van de mens woont de waarheid) en we spoorden elkaar aan, als aanmoediging of als raad bij het nemen van beslissingen: ‘luister naar die stem!’. De heilige Geest zette ons ertoe aan om de bron van waarheid die al in ons stroomde niet te verwaarlozen.

De tweede weg die de Heer ons gewezen heeft om ons het evangelie eigen te maken, is het woord beleven. We kozen een zin uit het evangelie, overwogen die, schreven er een toelichting bij die we lieten bevestigen door iemand die voor ons de kerk vertegenwoordigde, en we brachten die zin in praktijk.

Het was de Heer – zo hebben we veel later begrepen – die ons daarmee het alfabet, zoals we zeiden, aanreikte om Christus te leren kennen. Je hoeft maar een aantal letters en enkele grammaticale regels te kennen om te kunnen lezen en schrijven. Maar als je die niet kent, blijf je heel je leven analfabeet. De weinige zinnen die het evangelie bevat, zijn voldoende om Christus in ons te vormen.

We beleefden het woord van God. We leefden het. Vooral daartoe zette de heilige Geest ons aan. Maar we leefden het niet ieder voor zich, individueel. De nuttige ervaringen, de nieuwe inzichten, de genaden die dit leven van het woord ons gaf, vertelden we elkaar. We brachten ze in gemeenschap.

Ze moesten wel in gemeenschap worden gebracht omdat onze spiritualiteit vereist dat we ons samen heiligen. Deze uitwisseling verrijkte zowel wie vertelde als wie luisterde. We voelden de plicht om de anderen onze ervaringen mee te delen, ook omdat we ons ervan bewust waren dat onze ziel langzaam zou verarmen als we dit niet zouden doen.

We probeerden dus de hele dag door het woord intens te beleven. Wat daaruit voortkwam wisselden we onder elkaar uit, maar ook met de mensen die zich bij de eerste groep aansloten. Daaruit ontstond iets nieuws. Om dat goed te begrijpen moet men bedenken dat we vóór die tijd niet gewend waren om het woord op deze manier te beleven, het toe te passen in alle omstandigheden van ons leven en de uitwerkingen ervan aan elkaar mee te delen.

Tevoren dachten we over het woord van God hoogstens na. We probeerden het verstandelijk te begrijpen, haalden er enkele ideeën uit en, als we ijverig waren, ook enkele voornemens. Nu was het totaal anders. In het voortdurende contact met het leven werd het woord ontleed in al zijn toepassingen en bracht het in ieder van ons en in de gemeenschap een ommekeer teweeg. Wanneer we het beleefden, was het niet meer het ik of het wij die leefden, maar het woord in mij, het woord in de gemeenschap. Dat was een christelijke revolutie.

Duidelijk was dat het woord het zaad was van een boompje dat in ieder van ons en vanuit de gemeenschap opbloeide. Wie dit alles van buitenaf gadesloeg, verbaasde zich erover dat hij een levendige christelijke gemeenschap aantrof in plaats van een woord van het evangelie waarover gemediteerd werd. Soms vroeg iemand zich wel eens af wat voor vreemd soort meditatie wij uitvoerden.

Maar het is een feit dat het zaad ertoe bestemd is te sterven om leven te geven aan een boom, zoals het woord van God ertoe bestemd is om te worden ‘gegeten’ om leven te geven aan Christus in ons en onder ons.

Hiëronymus beschrijft dit wonderbaarlijke groeiproces op een schitterende wijze. “De leer van het evangelie is de kleinste van alle filosofische stelsels. Omdat het de ergernis van het kruis verkondigt, houdt het geen andere waarheid in dan het geloof in de dood van de mens die Heer en God is. Vergelijk deze leer met de systemen van de filosofen, met hun boeken, met hun prachtige welsprekendheid en je zult zien dat het evangelie het kleinste is van al deze zaden. De andere leerstelsels vertonen in hun ontwikkeling niets levends, niets concreets, niets vitaals. Ze verslappen allemaal en worden week en rot, zoals groenten en grassen die verdorren en sterven. Daarentegen lijkt de boodschap van het evangelie in het begin klein, maar zodra zij zich in de ziel van de gelovige en in de gehele wereld heeft ontwikkeld, wordt ze niet zomaar een plantje, maar groeit uit tot een boom.”

Tekst genomen uit het geschrift ‘Het woord van leven’ (1975) van Chiara Lubich

This website uses “technical cookies”, including third parties cookies, which are necessary to optimise your browsing experience. By closing this banner, or by continuing to navigate this site, you are agreeing to our cookies policy. The further information document describes how to deactivate the cookies.